Bezwaar maken tegen vergrijpboeten loont
Het ministerie van Financiën heeft een positieve beslissing genomen op een Wob-verzoek waarin werd gevraagd informatie te verstrekken over vergrijpboeten in de periode 2008-2014. Hieruit blijkt dat bezwaar maken tegen een vergrijpboete loont.
Een (anoniem gebleven) persoon diende een tweetal Wob-verzoeken in bij het Ministerie van Financiën waarin hij/zij informatie vroeg over vergrijpboeten over de perioden 2011 tot en met 2014 en de jaren 2008 tot en met 2010. De staatssecretaris geeft aan alleen te beschikken over geaggregeerde gegevens vanaf 2010.
Vanwege de verwijzing naar art. 67d van de AWR, dat betrekking heeft op een belasting die ‘bij wege van aanslag’ wordt geheven, heeft de staatssecretaris de verzoeken zo begrepen dat ze niet alleen betrekking hebben op de inkomensheffing (IH), maar ook op de vennootschapsbelasting(VPB).
Dankzij de honorering van de twee Wob-verzoeken ontstaat een inzicht in het aantal vergrijpboeten, uitgesplitst naar belastingjaar en een drietal inkomenscategorieën en het aantal daartegen ingediende bezwaarschriften.
Resultaten
Het totale aantal vergrijpboetes IH vertoont de afgelopen jaren een sterk dalende tendens. Zo daalde het aantal vergrijpboetes van 4.981 (in 2010) tot 1.108 (in 2013) en 254 (in 2014). Dit beeld wordt uiteraard vertekend doordat bij de meest recente aangiftejaren correcties nog moeten plaatsvinden.
In totaal maakte ruim 30 procent van alle belastingplichtigen in de periode 2010 tot en met 2014 bezwaar tegen vergrijpboeten.
Een kwart van de bezwaarmakers slaagt erin de vergrijpboetes met succes aan te vechten en volledig van tafel te krijgen.
Het procederen voor een gedeeltelijke vermindering van de vergrijpboeten loont ook, maar de succeskans is met 15 procent wel een stuk lager.
Het blijkt dus dat 40% van de bezwaarmakers terecht bezwaar heeft ingediend tegen de vergrijpboete.
Terug